Er valt een hoop te vieren bij het Spoorwegmuseum. Want niet alleen het Maliebaanstation bestaat 150 jaar, ook het museum viert in 2027 haar 100-jarig bestaan én heeft begin dit jaar een nieuwe directeur verwelkomd. Wij spraken Leontien Lems over haar carrière, de stad én haar plannen voor het museum.
100 jaar Spoorwegmuseum
Volgend jaar bestaat het Spoorwegmuseum 100 jaar, een mooi moment voor vernieuwing. “Ik heb het plan natuurlijk nog niet in mijn hoofd, ik ben er net. De mensen hier op de vloer hebben ook vreselijk veel ideeën, die ben ik allemaal aan het ophalen. We hebben een nieuw, inhoudelijk goed verhaal nodig en dat moeten we uitwerken tot een groot masterplan. Ik vind het vooral belangrijk dat we verder gaan dan een treinenmuseum. Dat is nu natuurlijk al zo, we vertellen verhalen over de spoorwegen en wat die maatschappelijk gezien allemaal betekenen. Maar die laag is niet voor iedere bezoeker altijd even helder. Ik vind dat we een belangrijke rol hebben in het verbreden van mensen hun blik. De cultuur van reizen en reizigers onderling is super interessant. Als je elke dag dezelfde intercity richting je werk pakt, krijg je op een gegeven moment een soort kleine community. Je ziet dezelfde mensen, je hoort hun telefoongesprekken, je weet hun werktijden. Daar valt zoveel over te vertellen. We hebben ook wel schurende tentoonstellingen laten zien. Verhalen bijvoorbeeld over de Jodentransporten in de Tweede Wereldoorlog. We zoeken altijd naar de balans in wat we laten zien aan welke publieksgroepen.”
En die publieksgroepen zijn breed bij het Spoorwegmuseum. Want alleen een kindermuseum is het zeker niet. “Het is zo leuk om te zien dat dit museum intergenerationeel is. Er komen hier veel kinderen tussen de 4 en 14 jaar met hun ouders en grootouders. Veel mensen die hier als kind kwamen, komen hier nu met hun eigen kinderen of zelfs kleinkinderen. Iedereen kan wat halen, dat is toch te gek.” Er werken ruim 100 vrijwilligers, veelal met een rail-achtergrond, die alles weten van de treinen. “Er zijn ook ontzettend veel treinliefhebbers in Nederland. Dat is echt een hele wereld, die mensen komen niet met hun kinderen, die zijn gewoon echt gek van treinen.”
Ik ben hier met mijn kinderen zoveel geweest"
Meer dan treinen
Maar het stopt niet bij treinen want in 150 jaar Maliebaanstation is er een hoop moois verzameld. “Onze niet-treinen collectie mag van mij veel zichtbaarder. We hebben waanzinnige schilderijen, doeken en affiches. Die zijn echt heel bijzonder. Het is een soort reis terug in de tijd. De reclame-uitingen van 100 jaar geleden zijn waanzinnig om nu te zien. De schaamteloze marketing voor sigaretten, of de nu ondenkbare ouderwetse rolverdeling tussen mannen en vrouwen die zo duidelijk was op die posters. Vrouw met schort achter het aanrecht, man met de krant. Maar we hebben ook een heleboel gedigitaliseerde foto’s en de uniformen van de conducteurs door de jaren heen, die zijn ook super interessant om te zien. Dan hebben we ook nog een heleboel gevonden voorwerpen van toen. Doopjurkjes, koffertjes, hoeden. Om nog niet eens te spreken over ons gigantische depot in Limburg, waar we een heleboel treinstellen hebben staan. Dat is ook echt waanzinnig.”
Dat de nieuwe directeur overloopt van enthousiasme is helder. Ze is voelbaar trots op wat er staat en heeft zin in de toekomst, ook al is het nog onduidelijk wat die precies gaat brengen. “Maar voor nu moet iedereen natuurlijk naar de tentoonstelling rondom 150 jaar Maliebaanstation. Die wordt heel bijzonder.” De rijke geschiedenis van het station, de spoorwegen en de mensen wordt vanaf 25 april tentoongesteld en voor het eerst wordt er ook een tentoonstelling gebouwd in de grote hal. “Oh en rond Pinksteren openen we de achterzijde. Die is vernieuwd door dezelfde ontwerpers die ook de Oosterspoorbaan hebben gedaan. Met veel veel groen en een nieuwe speeltuin.”
Het hele artikel lezen?
Koop UTRG #3 in de boekhandel of neem een jaarabonnement en ontvang hem thuis in de bus.
Tekst: Sanne Dijkgraaf
Fotografie: Sophie Bijsterbosch